Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zeiden: Gij hebt ons [32]leven behouden; laat ons [33]genade vinden in de ogen mijns heren, en wij zullen Farao's [34]knechten zijn. 32. Hebr. levend gemaakt; dat is, in het leven behouden; aldus boven, hfdst.6 vs.19, en hfdst.45 vs.7; de Egyptenaars verklaren dat zij met de voorgeslagen conditie, van Farao's akkers te bebouwen, wel tevreden waren; en zij achtten dat hun nog grote beleefdheid of gunst geschiedde. 33. Zie deze manier van spreken, boven, hfdst.18 vs.3. 34. Dat is, lijfeigenen.